maandag 16 februari 2009

Reflectie dag 1

Ik vond deze eerste dag nogal onwennig.
Ik moest de kleuters beter leren kennen , weer een nieuw klasje. Het begin vind ik altijd moeilijk, maar de kleuters zijn lief, ook de mentor is heel lief dus ik heb er wel een goed gevoel bij.

Als eerste activiteit heb ik het prentenboek ' Wiebe is verliefd' voorgelezen'. Op het einde van de week wil ik op dit prentenboek geluiden kunnen zetten , er foto's van trekken en dan met een projector voor heel de klas tonen.
De kleuters vonden het boek wel mooi, 1 kleuter vond het verliefdzijn toch maar niks.
Het viel me op dat de kleuters elk kleinste detail in het boek hadden opgemerkt, zoals bijvoorbeeld de kleine kikker met een ballon. Nadien toonde ik kleine stukjes prenten en de kleuters moesten deze dan binnen de verhaallijn plaatsen.
Doordat ze zo op de details hadden gelet tijdens de vertelling, konden ze dit zonder fouten plaatsen.
Het valt me op dat een verhaal vertellen aan 4 kleuters veel intensiever is, je kan meer ingaan op hun vragen , op hun verwonderingen, dieper op het verhaal inspelen.
Dit toont het belang van een verhaal ook later in de klaspraktijk niet enkel klasikaal aan te bieden.

Enkele prenten...



Doos vol geluiden

In deze doos zaten acht verschillende activiteiten dat ze konden uitvoeren.
Bij het eerste groepje sprak de geluidenmemorie meteen aan. Ze waren vooral nieuwsgierig wat er toch in die doosjes zou zitten?
Voordat we begonnen zijn met het eigelijke spel heb ik de kleuters eerst laten raden wat ze dachten dat er in zat. Nadien hebben ze even mogen kijken wat er in de doosjes zat, zo waren ze terug rustig en konden we het spelletje spelen.
Wat me opviel, de kleuters begonnen hier met volle moed aan, alle dertig doosjes werden meteen in het spel gezet. Pas na een tijdje merkte de kleuters dat dit toch wel moeilijker was dan dat ze dachten. Ze konden maar geen twee dezelfde geluiden vinden.
We zijn dan samen tot de conclusie gekomen dat we misschien best eerst met minder doosjes begonnen. Zo hebben we gespeeld met 6-8-10 doosjes.
Dit verliep al wat beter , na een tijdje vonden ze toch de twee dezelfde geluiden.
Wat nog moeilijk was aan deze activiteit was de concentratie , dit waarschijnlijik doordat er veel lawaai rondom hun was, maar ook omdat ze telkens de doosjes wouden opendoen om te kijken of het toch niet dezelfde geluiden waren.

Nadat ze een tijdje bezig waren met de geluidenmemorie merkte ze de dictafoon op. Hier waren ze heel enthousiast voor. We testen het uit en de kleuters zijn verbaasd dat ze nadien hunzelf nog eens kunnen horen. Ik stimuleer hen om op zoek te gaan naar verschillende geluiden. Zo springen ze erop los, gaan ze geluiden opnemen van andere kleuters die aan het werken zijn, lopen de trap op en af.
Ze leren ondertussen hoe je de dictafoon moet bedienen.
Daarna was de tijd alweer om.

In de namiddag heb ik eerst met vier kleuters het geluidenvierkant gespeeld.
De kleuters die voor mijn activiteit hadden gekozen hadden van de andere kleuters van in de voormiddag gehoord over de dictafoon. Juf Sarah vertelde me dat ze er tijdens het eten over aan het vertellen waren.
De activiteit van het geluidenvierkant liep dus niet zo vlot omdat ze altijd meteen wilden beginnen met de doos vol geluiden.
Na een kwartier zijn we dan overgeschakeld naar de doos vol geluiden.
Deze vier nieuwe kleuters experimenteerden erop los met de dictafoon.

Nadien wouden ze de geluidenmemorie spelen.
Ik ben met deze vier naar een apart zaaltje gegaan. Deze zaal was rustig zodat de kleuters zich beter op het spel konden concentreren.
Ook bij deze groep was het enthousiasme wel opvallend maar de vraag WAT ZIT ER IN DAT DOOSJE ? was toch wel de vraag!
MAG IK EENS KIJKEN?
OH WAT ZIT ER IN JOUW DOOSJE?
Nadien waren ook deze kleuters ervan overtuigd dat dertig doosjes niet te moeilijk ging zijn.
Bij nader inzicht, was het toch maar een beetje te moeilijk en gingen ze proberen om met tien doosjes te doen. Ook dit was nogal moeilijk dus zijn we met 6 doosjes beginnen spelen.
Wat me opviel , het vergt enorm veel moeite om te LUISTEREN naar de doosjes. Kijken is voor hun altijd zo vanzelfsprekend dat enkel luisteren nog enorm moeilijk blijkt te zijn.
Wat ze wel horen is :
- Deze klinkt anders
- Hier zitten veel dingen / weinig dingen in
- ...
Maar om echt te onthouden waar er zich twee dezelfde geluiden bevinden, is nog erg moeilijk. Max tien doosjes is echt wel moeilijk genoeg.

Op de vraag : Waarom dat deze niet dezelfde klank had dan de andere? Wat dat er dan anders aan was ? kon maar 1 kleuter soms op antwoorden.
- Die klinkt harder , zachter ,...
Het bespreken van een klank blijkt erg moeilijk te zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten